Geschiedenis Andreaskerk Naarden

Bron:
Stadsarchief Naarden
Cattenhagestraat 8
Naarden Vesting

‘Andreaskerk bedolven onder roetlaag’ is de kop boven een artikel in de Gooi- en Eemlander van maandag 6 januari 1969.

‘De Hervormde Andreaskerk ziet er uit als na een brand…..Een dikke roetlaag bedekt het gehele interieur, tot in de nok!’

Vervolgens wordt de rampzalige toestand beschreven waarin de koster het gebouw aantrof toen hij een uur voor het begin van de zondagsdienst naar binnen ging. ‘Er heerste in het gebouw een ondoordringbare duisternis. De roetlaag had zich vastgezet op stoelen, kansel, grond, muren en ramen. Ook de bijbels, de gezangenbundels en andere voorwerpen ten behoeve van de dienst waren onbruikbaar. Te vies om aan te pakken!’

De ramp werd toegeschreven aan een explosie waardoor de pijp van de oliekachel omlaag was gezakt en de roetwalm de kerk kon binnenstromen. Niet alleen de koster had de schrik van zijn leven. Ongeveer 200 geschokte kerkgangers werden met een ijlings in het leven geroepen pendeldienst naar het wijkcentrum overgebracht waar dominee Plantinga preekte over ‘Onderweg’. Een week later preekte dominee Veen in de aula van de Ministerparkschool. De Andreaskerk zou nooit meer als kerk dienst doen.

Zo’n 75 jaar eerder had zich in de Hervormde Kerk een groep leden gevormd die een meer rechtzinnige verkondiging wenste dan de vrijzinnige prediking in de Grote Kerk. De groep bleef lid van de Hervormde Kerk maar stichtte een zogenaamde Evangelisatie. Voor hen werd in 1895 in de Turfpoortstraat de Hervormde Kapel gebouwd die later de naam Andreaskerk zou krijgen. Bouwkosten 6700,- gulden.

De kerk kreeg in 1934 een eigen pastorie in dezelfde straat. Toch worden er jaren later voorzichtige pogingen gedaan alle kerkleden weer bijeen te brengen in de Grote Kerk. Tijdens de bezettingsjaren toen er overal een sterk gevoel voor saamhorigheid groeide werd in een buitengewone vergadering een voorstel besproken tot ontbinding der kerk maar daarvoor waren de geesten nog niet rijp. In 1956 was er sprake van ‘gewichtige mondelinge overeenkomsten met de Grote Kerk’ en in 1968 werd er gestemd over het al of niet voortbestaan van de Nederlands Hervormde Stichting tot beheer van de Andreaskerk. De benoeming van een derde, rechtzinnige predikant aan de Grote Kerk, te financieren door de Kerkvoogdij, moest de twijfelaars overhalen.

Misschien heeft de roetramp van 1969 uiteindelijk de doorslag gegeven bij het opheffen van de Andreaskerk. Na een grondige reiniging van het gebouw heeft het aanvankelijk gediend als atelier bij de restauratie van de Grote Kerk. Delen van het gewelf, het koorhek en de dooptuin werden er gerestaureerd. Daarna werd het Andreashuis, zoals het inmiddels heet, door de Hervormde Jeugdraad ter beschikking gesteld aan het interkerkelijk jeugdwerk. Nu biedt het gebouw onderdak aan jeugdclubs en wordt het verhuurd voor koorrepetities, yoga- en balletlessen en exposities en dergelijke.

Het kerkmeubilair is verdwenen. Het orgel was na de roetramp niet meer te gebruiken. Op de achterwand van de kerkzaal staat nog altijd een kruis geschilderd met de spreuk ‘Jezus is Overwinnaar’. De klok die in een nis op de voorgevel hing, luidt nu in de gerestaureerde dakruiter op het schip van de Grote Kerk.

Augustus 2005, Jacq. Lamers

Archief